EDI

Expliciete Directe Instructie (EDI)

Sinds 2022 maakt onze school gebruik van EDI. Wij hebben hier voor gekozen omdat EDI er voor zorgt de leerstof succesvol aan aan alle leerlingen wordt aangeleerd; de sterke, de gemiddelde én de risicoleerlingen.

Een EDI-les is als volgt opgebouwd:

  • Lesdoel. Dit doel wordt expliciet met de kinderen gedeeld; door voor te lezen of op het bord te schrijven.
  • Activeren van voorkennis. De leerlingen krijgen een opdracht die aansluit bij de te geven les, maar daarvoor ze de benodigde kennis al in huis hebben.
  • Onderwijzen van het concept. Wat betekenen de thermen die de kinderen tegenkomen in de les?
  • Onderwijzen van de vaardigheid. Het aanleren van de juiste strategie.
  • Belang van de les. Waarom doen de kinderen deze les? Waarom moeten ze dit weten en wat kunnen ze er mee?
  • Begeleide inoefening. De leerlingen nemen het toepassen van de leerstof over. Ondertussen controleert de leerkracht telkens of ze het correct doen en begrijpen.
  • Lesafsluiting. De leerlingen maken opdrachten of beantwoorden vragen om te laten zien dat ze het lesdoel beheersen. Daarna mogen ze pas zelfstandig inoefenen. 
  • Zelfstandige verwerking.
  • Verlengde instructie. De leerlingen waarbij bij de lesafsluiting bleek dat ze het lesdoel nog niet voldoende beheersen, krijgen een verlengde instructie van de leerkracht.
 

 

Verschillende fases van verantwoordelijkheid

Tijdens een EDI-les verschuift de verantwoordelijkheid van de leerkracht naar de leerlingen. Het gaat zo: ‘Ik doe het voor, we doen het samen, jij doet het zelf’. De fase van begeleide inoefening is de brug tussen de instructie en de zelfstandige verwerking. Om optimaal te leren, is deze fase onmisbaar. Je kunt onduidelijkheden ophelderen en misvattingen voorkomen. We dragen daarom de verantwoordelijkheid over in vier delen:

 

  1. Ik-fase: De leerkracht doet elke stap voor en laat de leerlingen deze herhalen.
  2. Wij-fase: De leerkracht doet één stap voor en laat de leerlingen de volgende stap zelf uitvoeren.
  3. Jullie-fase: De leerkracht geeft een voorbeeldopdracht en laat de leerlingen alle stappen zelf uitvoeren en controleert elke stap met behulp van wisbordjes. Op deze manier kan de leerkracht snel scannen welke kinderen zelfstandig verder kunnen in de jij fase en welke kinderen verlengde instructie nodig hebben.
  4. Jij-fase: De kinderen gaan nu zelfstandig aan de slag met de verwerking van de stof. De kinderen waarvan de leerkracht heeft gezien dat ze de stof nog niet helemaal begrijpen, krijgen verlengde instructie.

In een EDI-les is de lesafsluiting vóór de zelfstandige verwerking. De leerkracht zet  de leerlingen pas zelfstandig aan het werk als hij of zij zeker weet dat ze het lesdoel beheersen. Zo voorkomen we dat ze het verkeerd inslijpen, en zorgen er zo voor dat het inoefenen effectiever is. We laten de leerlingen pas zelfstandig verwerken als ten minste 80% het lesdoel heeft gehaald.